woensdag 18 mei 2011

11. Aan alle levens komt een eind...

Door Rosalien van Witsen
président Hénault

Over de dood van de president Hénault schrijft ze op 25 november 1770 aan Walpole:

‘De president is gisteren om zeven uur ’s morgens gestorven. Ik zag woensdag al dat de eindstrijd begonnen was. Die dag, en ook de dagen erna, leed hij niet meer en was hij niet meer bij kennis. Het was een uiterst zachte dood. Zijn kaarsje is gewoon gedoofd. Madame de Jonzac leek er bijzonder ondersteboven van te zijn, ik wat minder. Ik had er zoveel bewijzen van hoe weinig vriendschap hij voor me voelde dat ik het idee heb dat ik een gewone kennis heb verloren, maar, omdat onze relatie al heel lang bestond en iedereen dacht dat we intieme vrienden waren (behalve een paar mensen die iets van de dingen weten waarover ik me te beklagen heb), ontving ik van alle kanten blijken van medeleven.’

donderdag 12 mei 2011

10. De ontmoeting met Walpole en Madames laatste jaren

Door Rosalien van Witsen

Zo was het met Madame du Deffand gesteld: blind, in het bezit van een appartement in het klooster van Saint-Joseph, in de rue Saint-Dominique… Ze was achtenzestig, bewoog zich in de allerhoogste kringen - alsof ze niet ernstig gehandicapt was, wat ze zoveel mogelijk vergat en door haar grote charme iedereen uiterst behendig probeerde te laten vergeten.
Horace Walpole

Ze stond laat op en maakte de nacht tot dag. Ze zorgde voor een souper bij haar thuis of ging in gezelschap van anderen souperen, zoals de president Hénault en andere vrienden, toen uit Engeland in de herfst van 1765 een bijzonder scherpzinnige Engelsman, Horace Walpole, in Parijs aankwam: dit werd de belangrijkste literaire en romantische (dit keer is het woord juist) gebeurtenis in het leven van Madame du Deffand, waaraan we een belangrijk deel van haar correspondentie te danken hebben en alles waardoor we haar beter leren kennen. Deze oude blinde vrouw werd hals over kop verliefd op de heldere, subtiele en genuanceerde geest van Horace Walpole, die afweek van het patroon waarnaar de mensen gevormd waren die ze de afgelopen vijftig jaar ontmoet had. Ze herkende in hem onmiddellijk de kwaliteiten die deze man eigen waren.

vrijdag 6 mei 2011

9. Julie de Lespinasse en d'Alembert


Julie de Lespinasse
Zo was ze op de leeftijd waarop de laatste stralen van de jeugd uitdoven. Een jaar of tien later merkte ze dat haar ogen meer en meer achteruitgingen, en bij haar ontstond het gruwelijke vermoeden dat ze binnen afzienbare tijd blind zou worden. Waarschijnlijk is dit een van de redenen dat ze zich terugtrekt in haar ouderlijk kasteel. Ook gaat ze in deze tijd, 1752, gebukt onder een zeer ernstige depressie, de ennui maakt zich geheel van haar meester, ondanks het feit dat ze nu haar doel bereikt heeft - of juist omdat ze dit doel bereikt heeft en ze er niet meer voor hoeft te vechten.
            Op het kasteel woont haar broer met zijn vrouw en kinderen. Voor deze laatste zorgt een jonge vrouw, Julie de Lespinasse. Julie zal in de komende tien jaar een belangrijke rol voor Madame du Deffand gaan spelen. Julie is tijdens het verblijf van Madame du Deffand in de Bourgogne haar enige lichtpunt.