In de periode dat Madame du Deffand zich losmaakt van Madame du Maine en bezig is een eigen bestaan op te bouwen, is het leven nog draaglijk. Wanneer ze haar doel bereikt heeft, haar eigen salon heeft, dagelijks talloze mensen ontvangt die haar afleiding bezorgen en haar uit haar verveelde, ja zelfs depressieve stemming halen, wordt haar behoefte aan gezelschap allesoverheersend.
Ze brengt om gezondheidsredenen korte tijd door in een kuuroord en schrijft bijna dagelijks aan de président Hénault.
‘Ik ben me er pijnlijk van bewust geworden dat ik even vatbaar voor de verveling ben als vroeger; ik heb alleen begrepen dat het leven dat ik in Parijs leid nog plezieriger is dan ik kon denken en dat ik diep ongelukkig zou zijn als ik dat zou moeten opgeven. Concludeer daaruit dat ik u even nodig heb als mijn eigen bestaan, omdat ik liever iedere dag bij u ben dan bij een van al de mensen die ik ontmoet: dit zijn geen lieve woordjes die ik u wil zeggen, maar een wiskundig bewijs dat ik u wil geven.’